Drukke schoolstraat
De kinderen hebben net lekker gevoetbald en lopen weer terug naar school. Als de groep moet oversteken, staan er allemaal auto’s geparkeerd. Oversteken is dan best lastig. Je kan niet goed zien of er iets aankomt. Bij een foutje van de meester bij het oversteken, herinneren de kinderen hem aan de afspraken. Uiteindelijk komen ze terug op school en kan iedereen met hun ouders mee naar huis.
Aanvullende informatie
In de groep
- Speel het verhaal af op het digitale schoolbord of op een computer / tablet.
- Bespreek na. Hoe kom jij naar school of het dagverblijf? Lopend, fietsend of met de auto? Zijn er veel geparkeerde auto’s bij school? Hoe steek je veilig over?
- Laat de leerlingen in de verkeersplaat spellen, video’s en liedjes ontdekken, alleen of klassikaal.
Praktijkoefening
Oversteken tussen geparkeerde auto’s
- Teken op het schoolplein met krijt een rijbaan en stoep met stoeprand.
- Plaats op de rijbaan tegen de stoeprand twee tafels of twee vuilcontainers.
- Laat enkele leerlingen op de fiets of met een skelter heen en weer rijden.
- De leerlingen steken vanaf de stoeprand over tussen de geparkeerde auto’s.
- De stoeprand is normaal de kijklijn. De leerlingen kunnen de fietsers en de auto’s nu niet zien aankomen. De nieuwe kijklijn loopt gelijk met de zijkant van de wagen.
De leerlingen:
- Stappen tot aan de nieuwe kijklijn.
- Kijken of er fietsers / auto’s aankomen.
- Als er geen verkeer is, kunnen ze veilig oversteken.
Zie voor meer oefeningen in de klas of op het plein de tab ‘handige links’
Het is belangrijk, dat kinderen van jongs af aan zo zelfstandig mogelijk ervaring opdoen in het verkeer. Als ze lopend of fietsend naar school komen is het belangrijk, dat de schoolomgeving veilig is. Uiteraard hebben ook de ouders daar tijdens het halen en brengen een rol in. Als iedereen in het verkeer ook in de schoolomgeving rekening houdt met elkaar wordt het voor iedereen veiliger.
Bekijk samen het filmpje met het verhaal en praat erover met uw kind. Hoe gaan wij naar school/werk? Is het druk bij school? Ontdek met uw kind in de verkeersplaat spellen, video’s en liedjes.
Tips voor in het verkeer
- Zorg dat u op tijd vertrekt. Dat geeft rust en zorgt ervoor dat u niet hoeft te haasten in het verkeer.
- Ga zoveel mogelijk lopend of op de fiets (of step).
- Benoem onderweg wat u doet en welke keuzes u maakt: ‘Hier gaan we oversteken, eerst naar links kijken, dan naar rechts en dan nog een keer links.’
- Geef het goede voorbeeld in het verkeer.
Drukke schoolstraat
‘Twee aan twee lopen en ver van de weg blijven’, zegt de meester. De groep loopt van de sporthal verderop, terug naar school. De meester voorop en de hulpjuf helemaal achteraan. ‘Ik loop wel rustig hoor’, zegt Noa tegen Sasha. Ze lopen vlak achter de meester. ‘Ik ben nog hartstikke moe van het rennen.’ Ze hebben net lekker gevoetbald en Noa heeft twee keer gescoord. ‘Dat komt dan goed uit’, zegt de meester. Hij heeft Noa gehoord. ‘Dan hoef ik ook niet steeds uit te leggen dat jullie rustig moeten lopen en niet mogen duwen of trekken.’
De sporthal ligt drie straten van de school af. Dat is niet zo ver, maar ze moeten onderweg wel goed uitkijken. Soms lopen er kinderen heel druk te kletsen met elkaar. Dan vergeten ze om goed aan te sluiten. Daar heeft de meester iets op verzonnen. Als de groep samen op pad gaat vormen de kinderen zogenaamd een ketting. De ketting mag niet verbroken worden. Alle kinderen doen hun best om goed aan te sluiten.
De groep moet oversteken. De voorste kinderen wachten bij de stoeprand. Er staan allemaal auto’s geparkeerd. ‘Zo kan ik toch niet zien of er iets aankomt?’ moppert Sasha. De meester stapt samen met Sasha en Noa tussen de auto’s. Ze mogen doorlopen tot ze net voorbij de auto’s kunnen kijken. Ze kijken naar links, naar rechts en nog eens naar links. Er komt niets aan. De meester loopt tot halverwege de weg en blijft dan stilstaan. De groep steekt rustig over. Als iedereen aan de overkant is, loopt de meester ook naar de stoep. Hij holt weer naar de voorkant van de groep. ‘Niet rennen meester’, zegt Dina. De meester lacht. Dina heeft gelijk. Niet rennen is de afspraak. Ook al heb je haast.
De school gaat al bijna uit. Veel vaders, moeders en oppassen komen al aanrijden of fietsen om de kinderen op te halen. Het is heel druk met verkeer rond de school. Sommige kinderen in de groep zien hun ouders al en beginnen te zwaaien. ‘Bij elkaar blijven in de groep en doorlopen. We gaan samen helemaal naar het schoolplein. Pas daar mogen jullie naar je ouders toe.’ Soms klinkt de meester best streng. Maar er zijn ook wel heel veel auto’s om op te letten.
Ze zijn op het schoolplein aangekomen. ‘Ik kom altijd lopend’, zegt Noa. Dat is niet zo gek. Noa woont in de straat van de school. ‘Zo kan ik het ook’, zegt Sasha. ‘Jij kunt met je ogen dicht.’ ‘Dat lijkt me niet zo’n goed plan’, zegt de meester. ‘Met je ogen dicht kun je niet zien of je ouders er al staan. Jullie mogen nu rustig naar ze toe lopen. Tot morgen allemaal!’
Alle auto’s weg
Ashaan staat met zijn groepje op het schoolplein. De kinderen van het kinderdagverblijf mogen nog lekker even buitenspelen. Ze moeten wel op hun eigen plein blijven, want op het grote schoolplein is het nu druk. De school gaat net uit en de kinderen worden opgehaald door hun vaders, moeders of oppasopa’s en oma’s. Ashaan kijkt naar de auto’s en fietsen in de straat. Iedereen heeft haast. Er wordt geroepen en geklingeld met fietsbellen.
Dan verdwijnen er steeds meer auto’s en fietsen uit de straat. Nu is het weer rustig. Dat is fijn, want nu kunnen Ashaan en zijn groep weer op het grote plein. De juf zet alle skelters en fietsen buiten. Ze mogen lekker rondjes rijden. Ze spelen het verkeer na. Ashaan doet of hij toetert: ‘Toet toeoeot!’ En hij scheurt hard langs. ‘Nou zeg, voorzichtig aan een beetje’, roept de juf lachend. ‘Ik heb haast’, roept Ashaan, ‘Ik ben een groot mens en grote mensen hebben altijd haast!’
Nu moet de juf nog harder lachen. ‘Dat lijkt wel zo, he?’ zegt ze. Dan horen ze iemand zingen. Daar komt oma aan gewandeld. Oma heeft nooit haast. Daarom is het met oma zo fijn. Ashaan gaat nu ook naar huis. Samen met oma zingt hij de hele weg. Van stoeprand stop en van links en rechts en links kijken. Dat is een stuk gezelliger dan toeteren!