- Eigen kind, kleiner dan 1.35 meter en tot 18 kg: Stoeltje met vijfpuntsgordel;
- Zwaarder dan 18 kg: Zittingverhoger (liefst met rugleuning) met autogordel;
- Langer dan 1.35 m én uw kind kan, zittend met de billen tegen de rugleuning, de knieën buigen over de zitting van de bank: In gewone autogordel. Zolang uw kind nog niet goed op de achterbank kan zitten, kunt u beter een zittingverhoger blijven gebruiken.
- Incidenteel vervoer van andermans kind over korte afstand, jonger dan 3 jaar: In passend zitje;
- Ouder dan 3 jaar: Op achterbank in gewone gordel.
Nog een tip...
De bevestiging van de meeste autogordels is in hoogte verstelbaar. Zet ‘m bij kinderen in de laagste stand. Zorg dat het diagonale deel van de gordel over het sleutelbeen en de borst loopt en niet in de hals snijdt.
Veilig vervoer van kinderen in de auto
De auto lijkt zo op het oog een veilige omgeving voor een kind. Maar deze schijn bedriegt, kinderen zijn kwetsbaar en kunnen snel gewond raken. Ouders geven veel geld uit aan allerlei beschermingsmiddelen; een box voor de kleintjes, hekjes voor de trap, beveiliging van stopcontacten, deurklemmen en beschermhoekjes op de tafel. In en rond het huis zit het dus wel goed, maar de veiligheid in de auto is vaak een ander verhaal.
Ondanks allerlei voorlichtingscampagnes over autogordels worden veel kinderen nog los in de auto vervoerd. Vooral op korte autoritjes dragen de kinderen vaak geen gordel. De gedachte is dat er op deze korte ritjes niet zo snel iets zal gebeuren. Maar niets is minder waar. Jaarlijks raken honderden kinderen gewond omdat ze zonder gordel reizen. Zelfs een aanrijding met lage snelheid kan dan al ernstige gevolgen hebben. Om kinderen in het verkeer te beschermen heeft de overheid duidelijke regels opgesteld voor het veilig vervoer in de auto (zie hierboven).