Geef zelf het goede voorbeeld!
Als ouder heeft u een voorbeeldfunctie. Uw kind kijkt de kunst van het leven bij u af. Als u zichzelf niet aan de verkeersregels houdt, kunt u ervan uit gaan dat uw kind uw onveilige gedrag overneemt. En dat terwijl kinderen zich veel minder bewust zijn van eventuele risico’s. Gelukkig geldt het omgekeerde ook: goed voorbeeld doet goed volgen.
Oefenen, oefenen, nog eens oefenen...
De verkeersregels kan uw kind uit een boekje leren, maar het goed toepassen van de regels leert uw kind alleen in de praktijk. Voor het leren beoordelen van verkeerssituaties hebben kinderen veel ervaring nodig. Hoe ver is die auto nog weg? Hoe hard rijdt-ie? Wat kan ik verwachten dat–ie gaat doen? En hoe moet ik reageren?
U ziet het waarschijnlijk in één oogopslag, maar uw kind moet dit allemaal nog leren. En dat lukt alleen door allerlei verschillende verkeerssituaties heel vaak mee te maken. Hoe vaker uw kind een regel of vaardigheid heeft geoefend, hoe makkelijker het hierop kan terugvallen. Ook in situaties waarin uw kind de gedachten er niet helemaal bij heeft.
Begin vroeg met oefenen
‘Jong geleerd is oud gedaan’ is ook van toepassing op gedrag in het verkeer. Door uw kind op jonge leeftijd goede gewoontes aan te leren, is het op latere leeftijd beter bestand tegen groepsdruk, bijvoorbeeld wanneer het samen met leeftijdgenoten naar de middelbare school fietst.
Bespreek het gewenste gedrag
Uiteraard mag u uw kind corrigeren als het iets doet wat onveilig is. Maar het is minstens zo belangrijk om uw kind te leren hoe het wel moet. Leg daarom regelmatig uit wat u doet en waarom. Betrek uw kind bij de keuzes die u maakt. Bepaal samen wat een veilige plek is om over te steken, kijk samen uit en beslis samen wanneer het veilig is. Zo geeft u uw kind steeds iets meer verantwoordelijkheid. Geef complimenten als het goed gaat.
Laat uw kind verantwoord risico lopen
Het is logisch dat u uw kind wilt beschermen. Tegelijkertijd weet u dat er een moment komt dat uw kind zelfstandig het verkeer in zal gaan. Om ervoor te zorgen dat uw kind dan beslagen ten ijs komt, is het zaak om het daar nu al op voor te bereiden. ‘Beschermen’ betekent daarom ook: samen doen, veel oefenen en uw kind stukje bij beetje de ruimte te geven om alleen het verkeer in te gaan.Verkeersopvoeding van jaar tot jaar4-6 jaar: Voor kleuters is 'zelf doen' heel belangrijk. Zelf leren fietsen is een feest, maar ook moeilijk: opstappen, bochten maken, remmen. Dat vraagt zoveel aandacht, dat zelf fietsen in druk verkeer nog niet verstandig is. Samen lopen is beter. Het is belangrijk dat uw kind daarbij actief meedoet. Bepaal samen waar u gaat oversteken. Kijk samen naar 'de ene kant - de andere kant - de ene kant'. En beslis samen wanneer alles veilig is en u naar de overkant kunt. In rustige straten kunt u uw kind de gidsrol geven.
6-8 jaar: Als ze wat ouder worden, begrijpen kinderen beter wat verkeersregels zijn. Ook leren ze om zich in te leven in anderen. Ze kunnen vaak al aardig fietsen, al blijft sturen én opletten een lastige combinatie. Ga regelmatig samen te voet en op de fiets op stap en oefen vaardigheden als hand uitsteken en het aankijken van andere verkeersdeelnemers. Complexe verkeerssituaties kunnen kinderen op deze leeftijd nog niet overzien.
8-10 jaar: Naarmate ze ouder worden, willen kinderen graag zelfstandig op stap. Ze kennen al heel wat verkeersregels, maar kunnen die nog niet altijd foutloos toepassen. Ze kunnen wel beter inspelen op andere verkeersdeelnemers, maar zijn ook nog steeds speels en snel afgeleid. Blijf dus samen oefenen en zoek daarbij steeds ingewikkelder verkeerssituaties op. Besteed ook aandacht aan moeilijke handelingen zoals omkijken, hand uitsteken en linksaf slaan.
10-12 jaar: Kinderen gaan steeds verder van huis. Ze zijn nu oud genoeg om de verkeersregels te begrijpen en zich er aan te houden. Maar onder invloed van leeftijdsgenoten kunnen ze ook roekeloos zijn. Nieuwe situaties blijven spannend. Oefen dus samen de routes die het kind wil gaan fietsen en bespreek de lastige punten.Veilig buitenspelen is leuker
Speel op straat niet met je leven
Pas op: kinderen in het verkeer Kinderen zijn speels en impulsief. Hun gedrag in het verkeer is daarom onvoorspelbaar, ze kunnen onverwacht de straat oversteken als ze achter hun bal aanrennen of als ze aan de andere kant van de straat iets interessants zien. Jonge kinderen hebben allerlei eigenschappen die gevaarlijk voor ze kunnen zijn in het verkeer.
Het is belangrijk dat kinderen van jongs af aan leren met het verkeer om te gaan. Een belangrijke taak is weggelegd voor de ouders. Leer uw kinderen waar ze mogen lopen, spelen, hoe ze over moeten steken en hoe ze veilig kunnen fietsen. Leer de kinderen altijd goed uit te kijken en leer ze respect te hebben voor andere verkeersdeelnemers. Hiervoor moet u als vader of moeder duidelijke afspraken maken met uw kind(eren). En, bijna vanzelfsprekend, zult u die afspraken vaak moeten herhalen. Vanaf hun zesde levensjaar ontwikkelen kinderen pas een gevoel voor gevaar. Pas op een leeftijd van ongeveer twaalf jaar is uw kind in staat om zich als een volwassene in het verkeer te gedragen en ook de verkeersregels te kennen. Dit is tevens het moment dat ze een beter zicht hebben op moeilijke verkeerssituaties.
Oudertip 1
Ziet u kinderen? Pas dan op! Pas uw snelheid aan bij scholen, speelplaatsen en in woonwijken.Tip 2 Wees alert op plotseling overstekende kinderen en op kinderen die slingeren met hun fiets.
De stoep en niet verder
Peuters en kleuters zijn ongeremd. Thuis, op school, en ook in het verkeer. Van opvoeders vraagt het veel aandacht en energie om te voorkomen dat er ongelukjes in en om het huis gebeuren. Een traphekje, beveiliging van de stopcontacten, deurklemmetjes, alles draagt ertoe bij dat uw kind zich in een onbewaakt ogenblik niet kan bezeren. Veiligheid bij het buiten spelen is een heel ander verhaal. Op een gegeven moment wilt u uw kind wat meer ruimte geven als het buiten speelt met vriendjes. Maar wat is daarvoor de beste manier en het beste moment?
Of uw kind alleen buiten kan spelen hangt af van het vertrouwen dat u in uw kind heeft. Als uw kind zich goed aan afspraken kan houden, dan kunt u uw kind ook buiten vertrouwen. Is uw kind zich echter minder bewust van afspraken ga dan regelmatig naar buiten om te controleren. En welke afspraken kun je met jonge kinderen in het verkeer maken? Dat is er maar één: blijf altijd op de stoep! Jonge kinderen lopen, spelen en fietsen uitsluitend op de stoep en niet op de weg. Juist omdat ze zich totaal niet bewust zijn van gevaren in het verkeer mogen we jonge kinderen ook nog niet blootstellen aan het verkeer. Maar er is nog een andere reden dat de kinderen op de stoep moeten blijven. Heel jonge kinderen kunnen maar aan een ding tegelijk denken en daar hun aandacht op richten. Als ze spelen hebben ze hun aandacht helemaal bij het spel en vergeten ze de rest van de wereld om hen heen. Ook het verkeer. Vandaar dat er voor peuters en kleuters maar één heldere regel en één veilige plek is in het verkeer: de stoep.Tip Neem de tijd om uw kind de begrenzing van de speelruimte aan te wijzen; de stoeprand betekent altijd STOP!
Oudertip 2