Lesmaterialen

SCHOOL op SEEF heeft allemaal losse lesmaterialen verzameld, voor op school en voor thuis. Van liedjes over veilig oversteken tot een checklist om de fiets van jouw kind te keuren. Filter op groep, thema, soort materiaal en/of uitvoering in de klas of thuis. In de linkerzijbalk met de naam "Kies lesmateriaal" kan je lesmateriaal selecteren om te bekijken.

Groep
Thema
Soort
Uitvoering
Filter:
Groep
Thema
Soort materiaal
Uitvoering

Je ziet momenteel alleen openbaar lesmateriaal. Log in bij Mijn SEEF om ook het afgeschermde lesmateriaal op deze pagina te bekijken.

Geselecteerd lesmateriaal

Oefening - Wat zie je op de stoep?

Groep 1
Groep 2
Oversteken
Verkeerskunsten
Op school

Inleiding

Bij deze activiteit worden begrippen de stoep, de weg, het fietspad en het rode en groene verkeerslicht behandeld en wordt de betekenis daarvan aangeleerd. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de plaats waar de verschillende verkeersdeelnemers thuishoren, zoals bijvoorbeeld dat voetgangers lopen op de stoep.

Materialen

  • Verkeerskleed
  • Wereldspelmateriaal zoals auto’s en verkeersbordjes
  • Eventueel plaatmateriaal met foto’s van een stoep, een weg, een voetgangerslicht, etc.
  • Staander
  • Verkeerslicht

Oefening

Leg in de kring een verkeerskleed neer en praat in de kring over de stoep, de weg, het fietspad. Introduceer hierbij ook het verkeerslicht.

  • Waar is de stoep? Wijs maar aan op het verkeerskleed.
  • Waar is de weg? Wijs maar aan op het verkeerskleed.
  • Voor wie is de stoep, de weg, het fietspad? Waarom?
  • Wat moet je doen als je wilt oversteken? (stoppen vóór de stoeprand, links-rechts-links kijken, etc.)
  • Waar kun je het beste oversteken?
  • Waar staan verkeerslichten?
  • Wat betekent het rode licht?
  • Wat betekent het groene licht?
  • Moet je altijd stoppen als het rood is?
  • Wat moet je soms doen als je bij een verkeerslicht wilt oversteken? (op het knopje drukken)
  • Wat gebeurt er dan?
  • Wat moet je doen als het groene licht knippert? (doorlopen als je al aan het oversteken bent, niet beginnen met oversteken als je nog op de stoep staat).

Verwerking

  • Het verkeerslicht kunt u gebruiken in het speellokaal. Laat de kinderen vrij door het lokaal lopen of rennen. Staat het licht op groen? Dan mag je lopen. Staat het licht op rood? Dan moet je stoppen.
  • Speel het spel “Annemaria....koekoek” in het speellokaal. Eén kind staat met het gezicht naar de muur en roept “Groen-geel-....rood” en draait zich daarna om. De andere kinderen staan aan de overkant van het speellokaal achter een lijn, rennen naar voren en moeten stilstaan als het kind dat roept, zich omdraait. Wie dan nog rent, is af. Wie het eerst de muur aan de overkant aantikt, heeft gewonnen.
  • Gebruik het verkeerslicht als teken in de klas. Als het licht op rood staat, moeten de leerlingen heel stil zijn. Als het licht op groen staat, mogen ze weer zachtjes praten. Dus rood betekent “je mag niet ...” en groen betekent “je mag wel ...”.
  • Laat de leerlingen in de bouwhoek met het verkeerskleed en wereldspelmateriaal (zoals auto’s en verkeersbordjes) verkeerssituaties naspelen.
Delen