Lesmaterialen

SCHOOL op SEEF heeft allemaal losse lesmaterialen verzameld, voor op school en voor thuis. Van liedjes over veilig oversteken tot een checklist om de fiets van jouw kind te keuren. Filter op groep, thema, soort materiaal en/of uitvoering in de klas of thuis. In de linkerzijbalk met de naam "Kies lesmateriaal" kan je lesmateriaal selecteren om te bekijken.

Groep
Thema
Soort
Uitvoering
Filter:
Groep
Thema
Soort materiaal
Uitvoering

Gefilterd op:

Groep 1 Groep 2
X filter wissen

Je ziet momenteel alleen openbaar lesmateriaal. Log in bij Mijn SEEF om ook het afgeschermde lesmateriaal op deze pagina te bekijken.

Geselecteerd lesmateriaal

Lesbrief - Verkeerskunsten - algemene informatie voor scholen

In de provincie Zuid-Holland werken verschillende overheden en maatschappelijke partners samen om de verkeersveiligheid te vergroten. Kinderen op de basisschool vormen hierin een belangrijke doelgroep. Voor de basisscholen in Zuid-Holland is daarom het programma SCHOOL op SEEF ontwikkeld. In dit programma, dat is ontwikkeld door het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland, is als doel gesteld dat kinderen op een veilige manier moeten kunnen opgroeien tot zelfstandige verkeersdeelnemers.

Het programma SCHOOL op SEEF hanteert hierbij 7 doelstellingen:
1. De schoolomgeving en de schoolroutes zijn veilig ingericht
2. Er vindt theoretisch verkeersonderwijs plaats in alle leerjaren
3. Er vindt praktisch verkeersonderwijs plaats in alle leerjaren
4. Er wordt met de ouders gecommuniceerd over verkeersveiligheid
5. Er vindt (indien nodig) handhaving plaats die is afgestemd op de specifieke situatie
6. Er wordt gestimuleerd zoveel mogelijk met de fiets of lopend naar school te gaan
7. De aanpak is structureel en is verankerd in een goede organisatiestructuur

De praktische verkeersmethode Verkeerskunsten geeft invulling aan doelstelling 3 en bevat activiteiten op het gebied van praktische verkeerseducatie. Verkeerskunsten is ook te gebruiken op scholen waar niet met SCHOOL op SEEF wordt gewerkt als praktische verkeersmethode
(naast de theoretische methode).

Verkeerskunsten, geen kunst aan.

Inhoud wordt niet getoond omdat cookies niet toegestaan zijn.

Meer informatie

Waarom praktische lessen?

Om veilig lopend of fietsend aan het verkeer deel te kunnen nemen, is naast kennis van de verkeersregels ook het bezit van voldoende (motorische) vaardigheid belangrijk. Daarom gaat Verkeerskunsten in op praktische vaardigheden. Zaken als goed evenwicht kunnen houden en fietsen zonder slingeren, maar ook meer complexe, samengestelde handelingen worden geoefend. Ook komt aan de orde waar je moet je kijken, hoe je rekening met anderen houdt en hoe je de theoretische verkeersregels in de praktijk toepast. Door regelmatig te oefenen wordt ervaring opgedaan en worden verkeershandelingen meer een automatisme of vanzelfsprekendheid. Er wordt op het schoolplein en in de wijk geoefend met herkenbare voorbeeldsituaties. Een belangrijk onderdeel van de lessen is ook het communiceren en
samenwerken met andere leerlingen (andere weggebruikers). Op deze manier komt het rekening houden met anderen aan de orde en wordt de noodzaak van verkeersveilig handelen
inzichtelijk gemaakt.

De ouders worden betrokken door bij de oefeningen te assisteren. Ook zijn er ouderbrieven bij de verschillende oefeningen, zodat ouders thuis zelf met de kinderen over het onderwerp verder
kunnen gaan.

Aanleiding en leerdoelen per oefening

Bij elke oefening staat vermeld waarom de oefening wordt gedaan. De begeleider kan deze aanleiding van tevoren aan de leerlingen vertellen zodat duidelijk is welke situatie uit het
‘echte’ verkeer wordt gesimuleerd of wat de achterliggende gedachte is bij het uitvoeren van de oefening.

Ook staan de leerdoelen vermeld per oefening. Dat leerdoel geeft houvast voor de leerkracht of begeleider die bij de oefening staat. Voor elke leerling kan worden beoordeeld of aan het
betreffende doel wordt voldaan. Ook kan ervoor worden gekozen om de leerling zichzelf te laten beoordelen. Hiermee wordt bereikt dat de leerling over het eigen handelen nadenkt.
Ten behoeve van de toetsing is een observatieformulier beschikbaar per lespakket Verkeerskunsten.

Organisatie binnen de school

Contactpersoon verkeer

Om het verkeersonderwijs binnen de school te organiseren, is het aan te raden om binnen het team een contactpersoon verkeer aan te wijzen. Deze contactpersoon kan ervoor zorgen dat
er binnen de school blijvende aandacht is voor verkeersonderwijs en kan zorg dragen voor een goede afwikkeling van de geplande praktische verkeersactiviteiten.

Ouders

Naast de contactpersoon verkeer kunnen ook ouders gevraagd worden om mee te denken en te werken in een werkgroep verkeer. De meeste ouders zijn heel betrokken bij een veilige deelname
aan het verkeer van hun kind. Bij deze ouders kan een school aankloppen met de vraag of zij verkeersouder willen worden. Een verkeersouder kan bijvoorbeeld helpen met de uitvoering van de praktische verkeerslessen, helpen met de organisatie van een projectweek over verkeer, het haal- en brenggedrag van de ouders bespreekbaar maken of aanpassingen in de schoolomgeving
initiëren bij de gemeente.

Materialen

In aanvulling op Verkeerskunsten is een materialenset aanwezig, waarin bijna alle materialen zitten om de activiteiten van Verkeerskunsten uit te kunnen voeren. De contactpersoon verkeer of een groepsleerkracht kan zorg dragen voor een planning voor het gebruik en het beheer van de materialen. Aan het eind van dit algemene deel van de lesmap is een overzicht opgenomen met daarin de inhoud van de materialenset en de benodigde aanvullende materialen.

Aandachtspunten bij de organisatie van de lessen

Planning en voorbereiding van de les

  • Plan de praktische lessen ruim van tevoren. Laat medeleerkrachten weten dat u het plein wilt gebruiken voor de verkeerslessen en maak hierover afspraken. De contactpersoon verkeer kan zorg dragen voor een planning van de tijdstippen dat het schoolplein gebruikt zal worden voor verkeerslessen.
  • Plan zo mogelijk meerdere lessen op één dag, zodat de uitgezette oefeningen of de materialen benut kunnen worden door meerdere groepen. Er moeten dan wel afspraken gemaakt worden over het opruimen van het materiaal.
  • Houd rekening met de pauzes. Het is handig als de pauzes worden gehouden op een niet gebruikt deel van het schoolplein.
  • Een aantal activiteiten kan ook in een speellokaal uitgevoerd worden (bijvoorbeeld bij slecht weer).
  • Bij de praktische lessen is hulp nodig van ouders, stagiaires of klassenassistentes. Nodig deze begeleiders op tijd uit.
  • Deel de ouders of verzorgers ruim van tevoren mee dat de leerlingen een praktische verkeersles zullen krijgen. Het is voor de ouders ook prettig om te horen wat hun kind zal leren tijdens deze les.
  • Geef ruim van tevoren aan wanneer de leerlingen met de fiets naar school toe moeten komen. De fiets moet in goede staat zijn.
  • Op de website www.schoolopseef.nl/verkeerskunsten is ondersteunend materiaal beschikbaar zoals filmpjes en plattegronden.

De oefening uitzetten

  • Op iedere leskaart staat beschreven welke materialen nodig zijn bij een activiteit. Verzamel de materialen en zet de oefeningen van tevoren uit met hulp van de begeleiders.
  • De tekeningen van de oefeningen en de genoemde afmetingen zijn richtlijnen. Pas de oefeningen aan als ze te makkelijk of te moeilijk blijken te zijn.
  • De grootte van het schoolplein bepaalt hoe u de oefeningen kunt uitzetten.
  • De oefeningen kunnen ook uitgezet worden op een deel van een parkeerplaats of op een verhard sportveld.
  • Obstakels, zoals bomen en speeltoestellen, kunt u bij sommige onderdelen gebruiken, bijvoorbeeld door de leerlingen er omheen te laten rijden.
  • Zorg ervoor dat er langs de kant van het schoolplein geen fietsen in de weg staan.
  • Kies de juiste plaats op het schoolplein waar u de leerlingen laat wachten met de fiets. Maak bijvoorbeeld vlak bij het startpunt een apart verzamelpunt voor de leerlingen die de oefening al gedaan hebben.
  • Houd rekening met groepen die via het schoolplein de school moeten betreden of verlaten; houd de looproute van deur naar hek vrij.
  • Houd rekening met de klaslokalen die aan het schoolplein grenzen, laat daar bijvoorbeeld geen wachtende leerlingen voor staan.
  • Laat de ouders, die bij het uitgaan van de school wachten op hun kind, weten waar ze kunnen staan.

Instructies aan de begeleiders

  • Geef van tevoren duidelijk aan bij welke oefening de begeleiders staan en wat daar precies van hen en van de leerlingen wordt verwacht.
  • Ieder krijgt de verantwoordelijkheid voor een oefening of activiteit. Als de leerlingen na een afgesproken tijd wisselen, blijft de begeleider bij zijn oefening of activiteit.
  • Spreek van tevoren met de begeleiders af hoe er gewisseld wordt, bijvoorbeeld met de klok mee draaien.
  • Laat de groepen na ongeveer 10-15 minuten wisselen, of als iedereen de oefening minstens twee keer gedaan heeft.

Instructies aan de leerlingen

  • Verdeel de klas in een aantal groepen dat gelijk is aan het aantal oefeningen.
  • Vertel de leerlingen van tevoren in de klas wat er zal gaan gebeuren. Laat de plattegrond en de filmpjes van de oefeningen zien via www.schoolopseef.nl/verkeerskunsten.
  • Maak goede afspraken met de leerlingen over het fietsen op het plein. Je mag alleen fietsen op het plein als je aan de beurt bent, dus niet tijdens het wisselen tussen de oefeningen. Als je wacht, sta je naast je fiets.
  • Vertel de leerlingen waar ze als groep moeten starten en eindigen. Wijs hen het startpunt en het eindpunt van de oefeningen.
  • Geef per oefening duidelijk aan welke handelingen de leerlingen moeten verrichten en waar u op gaat letten tijdens de oefening. Bespreek hoe het beste gestart (zittend starten) en geremd
    kan worden.
  • Laat de leerlingen de oefeningen eerst lopend verkennen.
  • Spreek van tevoren met de leerlingen af hoe er gewisseld wordt, bijvoorbeeld met de klok mee draaien.
  • Vertel de leerlingen hoe ze van de ene oefening naar de andere oefening moeten gaan, zodat ze bijvoorbeeld meteen in de goede rij staan bij de nieuwe oefening.
  • Vertel de leerlingen wat ze moeten doen aan het einde van de les.
  • Bespreek de les na afloop na met de leerlingen. Een observatieformulier waarop de vaardigheden van de leerlingen bijgehouden kunnen worden, is te vinden op de website

De materialenset bij verkeerskunsten

In aanvulling op Verkeerskunsten is een materialenset aanwezig, waarin bijna alle materialen zitten om de activiteiten van Verkeerskunsten uit te kunnen voeren.
De materialenset, of los materiaal, kan via de regiocoördinator worden aangevraagd. De inhoud van de materialenset bestaat o.a. uit:

  • stoepkrijt
  • 80 markeerbollen
  • 17 pylonen
  • diverse verkeersborden
  • 2 verkeerslichten
  • 2 zebrapaden
  • schuine rijproef

Tips bij het gebruik van de materialenset

  • Om een staander klaar te maken voor gebruik, dient u een zwarte en een grijze voet in elkaar te schuiven. Hierin kan de staander worden geplaatst.
  • Als het hard waait, kunnen de staanders verzwaard worden door er een pylon overheen te plaatsen.
  • Doe altijd water in de groene voeten van de verkeerslichten voor gebruik. Zonder water vallen ze snel om, wat tot beschadiging van het materiaal kan leiden.

Bij sommige activiteiten is aanvullend materiaal nodig, zoals bijvoorbeeld een bal, een afvalcontainer, rugzakken, tafels of blokken van de kleuters. Indien aanvullend materiaal nodig is, staat dit aangegeven bij de benodigde materialen per activiteit.

Delen