Lesmaterialen
SCHOOL op SEEF heeft allemaal losse lesmaterialen verzameld, voor op school en voor thuis. Van liedjes over veilig oversteken tot een checklist om de fiets van jouw kind te keuren. Filter op groep, thema, soort materiaal en/of uitvoering in de klas of thuis. In de linkerzijbalk met de naam "Kies lesmateriaal" kan je lesmateriaal selecteren om te bekijken.
Gefilterd op:
Je ziet momenteel alleen openbaar lesmateriaal. Log in bij Mijn SEEF om ook het afgeschermde lesmateriaal op deze pagina te bekijken.
Geselecteerd lesmateriaal
Plattegrond - Fietskunsten, les 1, activiteit 3 Voorsorteren en voorrang geven
Doel
De leerling kijkt bij het naderen van een kruispunt over de linkerschouder, sorteert voor en steekt de linkerhand uit bij het nemen van een bocht naar links. De leerling houdt daarbij rekening met de ruimte die het overige verkeer op de weg inneemt. De leerling verleent voorrang aan verkeer van rechts.
Deelvaardigheden
- Opstappen
- Wegrijden
- Achterom kijken
- Hand uitsteken
- Voorsorteren
- Voorrang geven aan bestuurders van rechts
- Voorrang krijgen van bestuurders van links
- Afslaan
- Remmen
- Afstappen
Materialen
- Stoepkrijt
- 18 blauwe markeerbollen
- 4 witte markeerbollen
- Pylon
- Staander
- Verkeersbord stop (B07)
Oefening - Opdracht 1
De leerling:
- stapt op bij startpunt A
- fietst rechtdoor
- kijkt bij de witte markeerbollen over de linkerschouder achterom en roept hoeveel vingers de begeleider (of de eerstvolgende leerling) omhoog steekt
- steekt de linkerhand uit
- fietst naar het voorsorteervak
- blijft rechts in het voorsorteervak
- kijkt links-rechts-links
- heeft voor de bocht weer twee handen aan het stuur
- fietst een ruime bocht naar links
- fietst om de pylon heen
- remt bij de stopstreep
- stapt af en loopt met de fiets aan de hand naar het begin van de route en sluit aan in de rij.
Oefening - Opdracht 2
Verdeel de leerlingen in twee groepjes. Het ene groepje start bij startpunt A en het andere groepje bij startpunt B. De leerlingen bij A en B starten tegelijkertijd, sorteren voor en maken allebei een ruime bocht naar links. Ze komen elkaar tegen. Wie heeft voorrang? De leerlingen die gestart zijn bij A herhalen vanaf B de oefening. De leerlingen die gestart zijn bij B sluiten bij A aan en herhalen de oefening.
Aandachtspunten
- De leerlingen geven voorang aan bestuurders van rechts en moeten voorrang krijgen van bestuurders van links. Goed naar elkaar kijken is hierbij erg belangrijk.
- Goed remmen is geleidelijk tot stilstand komen, zonder te haperen of te stoten.
- Tip voor kinderen die moeite hebben met het opstappen: laat de kinderen zittend starten. Bij het zittend starten is de juiste stand van de trapper iets voorbij het hoogste punt in de traprichting. Eén voet staat op de trapper en één voet staat op de grond.
Differentiatie
- Laat de leerlingen bij A om beurten rechtsaf en linksaf fietsen. De leerlingen die rechtsaf gaan, starten daarna bij B. Laat de leerlingen bij B om beurten rechtdoor en linksaf gaan en vervolgens weer starten bij A.
- Laat de leerlingen zelf kiezen welke kant ze op gaan.