Lesmaterialen

SCHOOL op SEEF heeft allemaal losse lesmaterialen verzameld, voor op school en voor thuis. Van liedjes over veilig oversteken tot een checklist om de fiets van jouw kind te keuren. Filter op groep, thema, soort materiaal en/of uitvoering in de klas of thuis. In de linkerzijbalk met de naam "Kies lesmateriaal" kan je lesmateriaal selecteren om te bekijken.

Groep
Thema
Soort
Uitvoering
Filter:
Groep
Thema
Soort materiaal
Uitvoering

Gefilterd op:

Voor thuis
X filter wissen

Je ziet momenteel alleen openbaar lesmateriaal. Log in bij Mijn SEEF om ook het afgeschermde lesmateriaal op deze pagina te bekijken.

Geselecteerd lesmateriaal

Oefening - Fietsen met een groep

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Neem alleen leerlingen mee die goed zelfstandig kunnen fietsen en een veilige fiets hebben.
  • Zorg dat alle leerlingen hebben geleerd om een noodstop te maken.
  • Let op losse veters en laat keycords in de jassen doen of afdoen.
  • Laat de bagage op een goede manier vervoeren.
  • Verzamel de leerlingen met de fiets op een vaste plek op het schoolplein.
  • Maak heldere afspraken en geef voor vertrek duidelijke instructies aan de leerlingen.

Neem mee:

  • fluorescerende hesjes voor de begeleiders
  • een mobiele telefoon met belangrijke telefoonnummers (school, andere begeleiders)
  • een EHBO-set
  • een bandenplakset
  • een fietspompje.

Instructies en afspraken met de leerlingen:

  • Spreek af wat te doen bij lastige verkeerssituaties/gevaarlijke plekken.
  • Spreek af wat te doen bij verkeerslichten die maar kort op groen staan. Bijvoorbeeld: zodra het licht op geel springt, stoppen de kinderen die nog moeten beginnen met het oversteken van de weg. De rest van de groep wacht aan de overkant op een stuk weg waar genoeg ruimte is tot de groep weer bij elkaar is.
  • Fiets in tweetallen met de sturen schuin achter elkaar en niet naast elkaar.
  • Fiets nooit met meer dan twee naast elkaar.
  • Houd twee handen aan het stuur.
  • Fiets niet te dicht naast of achter elkaar. Geef elkaar de ruimte.
  • Houd je voorwiel niet recht achter het achterwiel van je voorganger, maar een beetje links of rechts ervan, zodat je niet zo snel op je voorganger botst als deze plotseling moet remmen.
  • Waarschuw elkaar als je plotseling moet remmen.
  • Laat geen gat vallen in de groep.
  • Houd rekening met andere weggebruikers. Geef zo nodig ruimte en ga achter elkaar fietsen.
  • Als iemand belt of toetert om in te halen, waarschuw de fietser(s) voor je en ga achter elkaar fietsen door te ritsen.
  • Ga ook achter elkaar fietsen bij drukke of smalle wegen.
  • Wil je iemand inhalen? Kijk eerst achterom, want misschien word je zelf ingehaald.
  • Blijf altijd zelf goed opletten. Rijd niet zomaar achter je voorganger aan.
  • Help elkaar en waarschuw degene die achter je fietst voor bijvoorbeeld een paaltje in het wegdek.
  • Wees geconcentreerd en serieus. Slippen en zonder handen fietsen is echt te gevaarlijk. Stoeien op de fiets is niet stoer, maar stom!
  • Let goed op het stopteken van de voorste fietser.
  • Iedereen houdt zich aan de verkeersregels.

Wie fietst waar?

  • Beginnende fietsers fietsen aan de binnenkant. De leerling met de minste fietservaring fietst naast de leerkracht.
  • Bij één begeleider: wijs een ervaren en fietsvaardige leerling aan om vooraan te rijden en rijdt zelf achteraan voor het overzicht.
  • Bij twee of meer begeleiders: één vooraan en één achteraan. Laat de langzaamste leerlingen voorop fietsen en laat hen het tempo bepalen.

Bronnen

  • Ideeënboek BSO “Van de achterbank op de fiets”, JSO
  • Veilig Verkeer Nederland
Delen